Als organisatieantropologe heb ik de afgelopen 30 jaar menige cultuur- en veranderingsprocessen binnen zeer uiteenlopende bedrijven mogen ondersteunen.

Wat deze jaren is opgevallen is dat medewerkers zich niet altijd even makkelijk verbinden aan het bedrijf of aan elkaar. Dit met als gevolg: ziekteverzuim, daling kwaliteit en service, onnodige fouten, inadequate informatie- en communicatiestromen, negatief en ongezond werkklimaat.

Ook is het mij duidelijk geworden dat de reden dat medewerkers zich niet makkelijk verbinden zich verrassend simpel en concreet laat verklaren: doelen zijn niet helder, wederzijdse verwachtingen zijn niet uitgesproken, het is onduidelijk hoe individuele inspanning een bijdrage levert tot het geheel. Daarnaast ontbreekt het vaak aan een volwassen, gelijkwaardige en open communicatie. Toch zijn dit allemaal zaken die alle partijen wel graag willen én waarvan ze ook het nut inzien. Dit is een paradoxaal fenomeen doch laat het zich ook verklaren: de oude (ontstaans)cultuur van het bedrijf speelt hierin een zeer hardnekkige rol die maar al te vaak wordt onderschat.

Wat mij ook treft, is dat mensen zich weinig bewust zijn van hun kwaliteiten, vaak meer bezig zijn met wat niet goed gaat dan met wat er wel goed gaat, er bedroevend weinig complimenten worden gegeven, mensen uitermate streng voor zichzelf zijn, het vreemd vinden om werk als ‘leuk’ te zien en dat dromen, passies en wensen vaak alleen in vrije tijd aan bod komen. Ook dit laat zich voor een groot deel vanuit onze calvinistische cultuur verklaren.

Tijdens het ondersteunen van deze cultuur- en veranderingsprocessen heb ik wel het genoegen gehad te zien dat:

  • zich overal een productieve én tegelijkertijd plezierige en gezonde werkomgeving laat creëren;
  • het altijd loont te investeren in vertrouwen, verbinding, openheid en transparantie;
  • dat pas als alles “waar mag zijn” (het onbespreekbare wordt bespreekbaar, mensen worden gehoord en gezien) je kunt beginnen met veranderen of er juist voor kiezen het te laten zoals het is.

Justine Dorhout